Hanna & Peninna – 2 kwetsbare vrouwen

1 Samuel 1
4 Als Elkana zijn offer had gebracht, gaf hij aan zijn vrouw Peninna en aan al haar zonen en dochters ieder een deel van de maaltijd die werd klaargemaakt van het offer. 5 Maar aan Hanna gaf hij altijd twee keer zo veel. Want hij hield het meest van Hanna, ook al had de Heer haar geen kinderen gegeven. 6 Maar zijn andere vrouw was vreselijk jaloers. Om Hanna verdrietig te maken, pestte Peninna haar ermee dat ze geen kinderen had gekregen. 7 Elk jaar als ze naar het heiligdom van de Heer reisden, was Peninna zó gemeen tegen haar, dat Hanna van verdriet niets wilde eten. 8 Dan zei haar man Elkana tegen haar: “Hanna, waarom huil je en wil je niet eten? Waarom ben je zo verdrietig? Ben ik je niet méér waard dan tien zonen?” 9 Op een keer, nadat ze in Silo gegeten en gedronken hadden, stond Hanna op. De priester Eli zat op een stoel bij de ingang van de tent van de Heer. De ’tent van de Heer’ was het heiligdom van God. Hij werd ook de ’tent van ontmoeting’ genoemd. Vóór de ingang van de tent stond een altaar waarop de offers voor de Heer moesten worden gebracht. De tent met alles wat erbij hoorde wordt beschreven in Exodus 25 tot en met 27. 10 Vreselijk bedroefd bad zij huilend tot de Heer. 11. Ze beloofde de Heer: “Heer van de hemelse legers, als U echt ziet hoe vreselijk verdrietig ik ben, en als U echt om mij geeft en mij niet bent vergeten, geef mij dan een zoon! Dan zal ik hem voor zijn hele leven aan U geven. Hij zal nooit zijn haar knippen.” 12 Omdat ze lang bij de Heer bleef bidden, ging Eli op haar letten. 13 Doordat Hanna zachtjes in zichzelf praatte, zag hij wel haar lippen bewegen, maar hoorde hij haar niet. Daarom dacht Eli dat ze dronken was.  14 Hij zei tegen haar: “Hoe durf je hier te komen als je dronken bent? Zorg er maar voor dat je eerst nuchter wordt!” 15 Maar Hanna antwoordde: “Nee, mijn heer, ik ben niet dronken, maar heel erg verdrietig. Ik heb mijn hart uitgestort bij de Heer. 16 Denk alstublieft niet dat ik een slechte vrouw ben. Maar ik heb zo lang gebeden omdat ik zo vreselijk verdrietig ben.” 17 Toen antwoordde Eli: “Ga dan in vrede naar huis. De God van Israël zal je geven wat je van Hem hebt gevraagd.” 18 Hanna bedankte hem en vertrok. Ze at weer en keek niet meer verdrietig.

Op de tweede plaats
We hebben allemaal nodig te weten dat we waardevol zijn. Dat kan in verschillende delen van de wereld best heel anders ervaren worden. De ‘waardebepaling’ is voor een belangrijk deel cultureel bepaald. Essentieel voor ieder van ons is dat we liefde nodig hebben en die te ervaren van de mensen om ons heen, de mensen die een belangrijke rol spelen in ons leven. Maar dan nog kunnen je omstandigheden heel pijnlijk zijn.

In 1 Samuel 1 ontmoeten we twee vrouwen die moeite hebben met hun gevoel van waarde. Beide, Peninna en Hanna, zijn getrouwd met Elkana. We zien de pijn bij allebei, maar de pijn is heel verschillend en ook de uitingsvorm is totaal anders.

Peninna komt, als vrouw van Elkana, op de tweede plaats. Elkana is goed voor haar en haar kinderen, we zien niet dat het haar aan iets ontbreekt. Maar ze is niet zijn grote liefde! Dat is Hanna, en dat voelt ze, het doet zeer! Ze begrijpt het ook niet: kinderen zijn toch zo belangrijk? Die geven je toch waarde? Wat moet een man zonder nakomelingen? Zij heeft kinderen, Hanna niet. Heeft ze hem niet gegeven wat een man maar kan wensen?

Peninna uit haar frustratie door Hanna te treiteren. We weten niet precies wat er is gezegd of hoe haar houding naar Hanna precies was maar daar kunnen we ons wel iets bij voorstellen. Ze weet haar pijlen te richten en Hanna te raken op haar meest kwetsbare plek.

Verdriet
Van Hanna lezen we de pijn van de kinderloosheid. Ze wil zo graag kinderen; als tastbaar bewijs van de relatie, om te koesteren, kinderen die zin geven aan je bestaan. Wat moet ze jaloers zijn geweest. Haar verdriet wordt versterkt door het gedrag en de woorden van Peninna, ze wordt zo diep gekrenkt.

We lezen niet dat ze de ‘strijd’ met Pennina aangaat. Ze vindt ook geen troost in de extra aandacht die Elkana haar geeft. Dat compenseert het gemis niet. We zien bij haar geen scherpe reactie maar een diep, allesoverheersend verdriet.

Huilend buigt ze zich neer in de tempel en klaagt God haar nood. Haar kinderwens is zo groot dat ze zelfs belooft haar kind aan God terug te geven als Hij haar gebed verhoort! Ook al kan ze maar voor korte tijd voor een kind zorgen, haar armen zullen niet langer leeg zijn.

Wat mooi om te lezen dat Hanna weet waar ze kan uithuilen. In haar eenzaamheid zoekt zij bij God een luisterend oor, troost en hulp. Ze wordt niet beschaamd. Hoe bijzonder om te lezen dat God hoort en haar, bij monde van de priester, direct en concreet antwoordt! Dit verhaal begint zo verdrietig, maar krijgt een glorieus slot voor Hanna.

Hij hoort, luistert, begrijpt
Als het leven moeilijk is, is het antwoord niet altijd zo concreet. Dat zouden we graag willen, maar soms lijkt het of ons lijden niet wordt gezien en ons klagen niet wordt gehoord. Lijden duurt soms zo lang…
Maar toch, hoe goed dat je bij Hem mag schuilen en mag uithuilen. Weten dat Hij hoort, luistert, begrijpt en liefheeft! Ervaren dat je bij Hem vrede kunt vinden, dan verandert er iets. Misschien niet altijd in de omstandigheden, maar zeker van binnen, in je hart en gedachten.
Dat geldt nog altijd en is universeel, voor alle Hanna’s, voor de Peninna’s en voor elke kwetsbare vrouw.


– overdenking door een 3xM-medewerker